Dominique Honnay Dominique Honnay

Gewone Hoornbloem (Cerastium fontanum s vulgare (L.))

Gewone Hoornbloem (Cerastium fontanum s vulgare (L.))

Relevante planteninfo  

Overblijvende plant met een hoogte tussen 4 en 45 cm. Bloei: van april tot in de herfst. 10 meeldraden. Niet-bloeiende zijstengels aan de voet van de plant. Bloemen 6-10 mm groot. Alle stengelleden zijn rondom behaard. Bladeren zijn aan weerszijden behaard.

Het is 1 van de meeste voorkomende soorten uit de anjerfamilie. De gewone hoornbloem is lastig te onderscheiden van vogelmuur (Stellaria media), maar het onderscheidend kenmerk is de beharing van de stengel. De stengel van de gewone hoornbloem is rondom behaard, de stengel van vogelmuur heeft één rij haren. De gewone hoornbloem heeft vijf kroonblaadjes die iets zijn ingesneden (die van vogelmuur hebben vijf witte kroonblaadjes die zo diep ingesneden zijn dat het er wel tien lijken).

Standplaats: vooral op vochtige grazige grond. Zeer algemeen verspreid.

Inhoudsstoffen: geen relevante info.

Familie: anjerfamilie (Caryophyllaceae).

Eetbaarheid

Geen relevante info over terug te vinden

Volksgeneeskunde

Geen relevante info over terug te vinden

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Geen relevante info over terug te vinden.     

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Gewone Hondsroos (Rosa canina L.)

Gewone Hondsroos (Rosa canina L.)

Relevante planteninfo

Rozenstruik, heester tot 5 m hoog met typische rozenbottels.

Ingeburgerd in grote delen van Europa, oorspronkelijk niet inheems

Voorkeur voor kalkrijke grond met veel zonlicht.

Winterhard, bladverliezend, vaak verschillende stammen.

Bladeren: elliptisch vorm, gezaagde rand, oneven geveerd (5 tot 7 blaadjes) soms fijn behaard. 

Stekels (geen doornen!) op stengel, bladsteel en nerven

Wit-roze bloemen, 5 kroonbladeren en talrijke meeldraden (juni-juli)

In augustus tot oktober draagt de plant schijnvruchten, aanvankelijk oranje maar knalrood als ze rijp zijn. Bottels zijn langwerpig, kaal met harde schil en de kelk is teruggeslagen. Binnenin de bottels vinden we  dopvruchten met zaadjes.

Inhoudsstoffen: bottels bevatten veel vitamine C,  flavonoïden, vruchtenzuren, pectine, looistoffen  

Zaden: 10% olien en vetten (waarvan 80% onverzadigde vetzuren) met o.a linolzuur en linoleenzuur.

Familie: Rosacea of rozenfamilie

Vrij algemeen aan bos -en wegranden, heggen, lichte bossen enz. 

Naast de Rosa canina L. zijn er nog andere variëteiten waaronder:

•        Rosa rubiginosa L. –  of ook Egelantier genaamd. Deze lijkt erg op Rosa canina L;. Bloemen  zijn lichtroos met wit centrum en klieren onderaan. Blaadjes die, als je erover wrijft, naar appels ruiken. Bladeren hebben ronde punt. Sterk gekromde stekels. Bottels zijn ovaal van vorm, soms hebben de bottels klierharen met lang blijvende terug geslagen kelk.

•        Rosa rugosa of  japanse bottelroos (uit Azie afkomstig): staat meestal op plantsoenen en blijft lager (snoeien).  Felroze, roze soms witte bloemen, rechte stekels. Heeft plattere bottels met dunnere schil, blad heeft ronde top.

In principe maakt elke roos bottels aan, maar vitamine C gehalte kan variëren.  Zowel Canina, Rubiginosa als Rugosa hebben veel vitamine C. 

Eetbaarheid

Rozenbottels kan je verwerken tot jam, siroop, likeur, wijn, en meer.

Verse bloemblaadjes zijn eetbaar, eventueel confijten of als versiering.

Veel gebruikte kruidenthee omwille van de aangename zoet-zure smaak.

Blaadjes zijn eetbaar. Zaden kan je malen en eventueel als meel gebruiken.

Alle rozebottels zijn op dezelfde manier te gebruiken

Cosmetica:

Rozenblaadjes van de hondsroos of egelantier worden niet zoveel gebruikt voor cosmetica (rozenwater, rozenlotion enz.).  Wel Rosa damascena  (dure e.o.) en Rosa mosqueta (muskusroos of wilde roos  uit Chili). 

Volksgeneeskunde

In de volksgeneeskunde werden rozebottels gebruikt bij verkoudheden en griep, om aan te sterken.

De zaden gebruikte men als diureticum.  

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Alle bottels bevatten in grote mate dezelfde inhoudsstoffen al kan het vit C gehalte verschillen)

•        Tonicum, aansterkend en immuunversterkend door hoog gehalte vitamine C, antioxidanten enz.

•        Mild laxerend en mild diuretisch

•        Spijsverteringsbevorderend

•        In het boek van Geert Verhelst (Groot Handboek Geneeskrachtige Kruiden) is er ook melding van werking tegen arthritis en artrose (vitamine C en flavonoïden hebben een ontstekingswerend effect)

Zaden:

•        Diuretisch en bloedzuiverend (depuratief) 

Opmerking: bewaring van rozebottels doet vitamine C gehalte sterk verminderen

Geen nevenwerkingen, contra-indicaties bekend bij matig gebruik.  Bij eten van teveel zaden bestaat gevaar voor cyanide vergiftiging

Bijkomende weetjes

Rosa canina is Latijn voor ‘roos van de hond’.  Deze naam zou komen van een oud geloof dat de wortel van de Rosa canina een beet van een dolle hond kon genezen en hondsdolheid kon voorkomen. Anderen zien ook een verband tussen de vorm van de stekels en de tanden van de hond. 

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Hennepnetel (Galeopsis tetrahit L.)

Hennepnetel (Galeopsis tetrahit L.)

Relevante planteninfo

1-jarige plant die van nature heel veelvuldig voorkomt in Europa.

Voorkomen: groeit op vochtige tot droge, stikstofrijke grond, bossen, ruigtes en struwelen. Heeft een brede ecologische amplitude dit wil zeggen: komt op diverse bodems voor.

Biotoop: stengel is hol en behaard aan de knopen verdikt met hierop stijven klierharen. Het blad is driehoekig, aan de basis afgerond. De kelk heeft 5 spitse tanden ook behaard. Bloem bloeit van juni tot november in schijnkransen in de oksels van de bladeren; de onderlip is even breed als lang t.o.v. de gespleten hennepnetel. Het heeft een 4-delige splitvrucht, waar zowel de zwart- als de glanskop van smullen.

Hennepnetel is een geslacht met ongeveer 10 soorten

Inhoudsstoffen: kiezelzuur, looistoffen, saponinen. 

Familie: lipbloemenfamilie of Lamiaceae.

 

Eetbaarheid

De bladeren gebruiken in salades en groenten of in de soep. Zowel de bladeren als de bloemen zijn eetbare decoratie.

Van de zaden wordt olie gewonnen.

Volksgeneeskunde

Werd gebruikt bij lichte slijmhoest en bronchitis door zijn expectorerende werking.

Mede door haar kiezelzuur (zoals bij Heermoes) een sterke invloed op de stofwisseling.

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Geen wetenschappelijke bevindingen.          

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Gewone Ereprijs (Veronica chamaedrys L.)

Gewone Ereprijs (Veronica chamaedrys L.)

Relevante planteninfo

Vaste plant die ongeveer 10 tot 30 cm hoog wordt met prachtige, lilablauwe bloemen.

Stengel met 2 haarlijsten. De bloemen aan de top staan in trossen in de bladoksels. De bloemkelk is vierbladig. De kroonbladen zijn donker geaderd. Er zijn 2 meeldraden.

De plant bloeit van mei tot augustus. De bladeren zijn grof gekarteld en eivormig-spits. De onderste zijn gesteeld.

De plant groeit in lichte bossen, in graslanden en driften. De plant wordt bestoven door insecten.

Er zijn heel wat soorten ereprijs zoals grote ereprijs, bosereprijs, veldereprijs.

Inhoudsstoffen: saponinen, looizuur, bitterstoffen, etherische olie.

Familie: helmkruidfamilie (Scrophulariaceae)

Eetbaarheid

Geen informatie over terug te vinden

Volksgeneeskunde

Geen informatie over terug te vinden

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Geen informatie over terug te vinden

Bijkomende info/weetjes

Bevat giftige glycosiden en werd daarom vroeger gebruikt  bij lever-, maag- en darmaandoeningen.

Opgelet: de plant wordt dikwijls in de literatuur verward met de mannetjes-ereprijs (veronica officinalis). Hierover is veel informatie te vinden en deze plant wordt ook gebruikt in de kruidengeneeskunde. Over deze (GEWONE EREPRIJS) is evenwel weinig of geen info te vinden.                 

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Gewone engelwortel (Angelica sylvestris L.)

Gewone engelwortel (Angelica sylvestris L.)

Relevante planteninfo

Algemene plant  tot 1,5m hoog die pas  bloeit in het 2de en 3de jaar.

Bladeren zijn meervoudig geveerd met een grote schede, aan de stengel bevestigd.

Stengel is hol, rond en gestreept, roze tot paarsbruin, de grondbladen zijn gootvormig wat zich onderscheidt van de grote engelwortel waarbij deze rond zijn. De schermstralen zijn vlokkig behaard, bij de Grote Engelwortel zijn ze glad.

Bloemen: hebben onderaan een samengestelde scherm met GEEN onwindsels, maar de schermpjes hebben aan de schede WEL omwindseltjes.

5 kelktanden, 5 witte soms roze kroonblaadjes die aan de buitenkant stralend zijn ( dat wil zeggen dat de buitenste kroonblaadjes groter zijn). Hier is er ook een duidelijk verschil met de Grote Engelwortel die groenige bloemetjes heeft.

Komt voor op vochtige tot humus-achtige zandgrond, vaak voedselrijke op ietwat beschaduwde plekken, graslanden en loofbossen. 

Inhoudsstoffen: bitterstoffen, looistoffen, etherische olie zoals furocumarine.

Familie: schermbloemenfamilie of apiaceae.

Eetbaarheid

De bladeren en de jonge scheuten kunnen in salades verwerkt worden.

Kan ook als groente gekookt worden.

Engelwortel wordt vaak met zuurdere vruchten gemengd zoals bijvoorbeeld rabarber.

De stengel wordt geconfijt (gebruik in Frankrijk).

Qua eetbaarheid is de grote engelwortel (Angelica archangelica L.) veel aromatischer (zijn) voor dergelijke toepassingen. 

Volksgeneeskunde

De (Grote) Engelwortel wordt al eeuwenlang als geneeskrachtig middel gebruikt. Over de Gewone Engelwortel is niet veel terug te vinden.

Inwendig: bij lichamelijke of psychische zwakte en bij nerveuze slapeloosheid.

Vochtafdrijvend middel. De wortel werd gebruikt bij pijnlijke menstruatieklachten .

Uitwendig: in de vorm van wikkels en baden om pijnlijke reuma te verzachten.

In Frankrijk wordt de Grote Engelwortel ingezet als spijsverterings-bevorderend middel eetlustopwekkend, (maagbitter). Ook gebruikt om de menstruatie op te wekken. 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Verdere info gaat over de Grote Engelwortel die veel aromatischer en krachtiger is dan de Gewone versie.

Als eetlustopwekker en bij spijsverteringsklachten, ook  bij onvoldoende maagsapsecretie,  bij ontstekingen van maag en darmen en  bij stoornissen van gal en alvleesklier.

Werking tegen kolieken (zoals die ook terug te vinden is bij Dille).

Welke delen van de plant kunnen in welke vorm ingenomen worden: wortels bevatten etherische oliën, bitterstoffen…

Rijpe zaden: etherische oliën zoals coumarinen, vette oliën, bitterstoffen.

Bladeren worden minder gebruikt in de Plantengeneeskunde.

Zijn er contra-indicaties bekend van deze plant? Bij normale dosissen geen nevenwerking bekend. Opletten dit kruid kan abortief werken bij hoge dosissen!!  

Waarschuwingen: niet geschikt voor diabetici, niet geschikt bij bloedende maagzweren, chronisch ontstoken dikke darm (colitis ulcerosa), niet bij reflux, bij uitstulpingen in de darm (bekend als divertikels),

Niet innemen 14 dagen voor operaties of tandheelkundige ingrepen omwille van bloedverdunnend effect.

Bijkomende weetjes

Naam komt van Latijn “angelicus”, volgens legendes zou de aartsengel Rafaël de mens hebben gewezen op de geneeskrachtige werkingen.

Sylvestris = in de bossen groeiend.

“Gewone” engelwortel wijst erop dat er nog andere soort bestaat, met name: Grote engelwortel.               

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Gewone Brem (Sarothamnus scoparius (L.) Koch (Cytisus s. (L.) Link)

Gewone Brem (Sarothamnus scoparius (L.) Koch (Cytisus s. (L.) Link)

Relevante planteninfo 

Struik met mooie, gele bloemen.

Struik meestal > 1m. De bloemen zijn geel. De 4-5 kantige twijgen zijn groen en de onderste bladeren drietallig, de bovenste enkelvoudig, lancetvormig en 5-20 mm lang. Blad alleenstaand of 2 aan 2. Kelk kaal. Kroon 20-25 mm lang. Peul 3-5 cm lang. Behaard.

Bloeitijd: mei - juni.

Aan bosranden (lichte loofbossen), langs wegen, bermen en op kapvlakten. Bodem: heideachtig, kalkmijdend, voorkeur voor droge,  zure en voedselarme bodem. Algemeen in het Westen van Midden en Zuid-Europa en in Zuid-Scandinavië 

Wordt soms verward met de gaspeldoorn, maar gewone brem heeft geen doornen. Er zijn ook nog andere soorten brem zoals verfbrem of Genista tinctoria

Inhoudsstoffen: looistoffen, etherische olie, alkaloïden (oa sparteïne), glycoside, flavonoïden.

Familie : vlinderbloemfamilie of Fabaceae.

Eetbaarheid

Giftig: grote hoeveelheid alkaloïden in februari en oktober, laag in de zomer.

Omdat de alkaloïden in een sterk wisselend gehalte in de plant verspreid zijn, wordt aangeraden om niet met het kruid zelf te werken maar met een op sparteïne gestandaardiseerd preparaat.

Eventueel de bloemen in een salade. 

Volksgeneeskunde

De bloemen werden als bloedreinigend middel ingezet. Soms ook om weeën op te wekken. De licht psychoactieve plant werd af en toe ook aan bier toegevoegd. 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Tegen welke indicaties werd de plant ingezet? Hart: prikkeloverdracht remmend, als sedativum. Bij hartritmestoorsnissen en lage bloeddruk, aderspat, baarmoederbloedingen; Bevordert weeën. Reuma, jicht, diureticum (de bloemen).

Welke delen van de plant kan men best in welke vorm nemen? Men gebruikt beter gestandaardiseerde preparaten. Anders het kruid eventueel gebruiken via de bloemen (flos).

Zijn er contra-indicaties bekend? Hypertensie en zwangerschap. Voorzichtig bij diabetici. Hoge doseringen van sparteïne veroorzaken curareachtige verlammingen van de motorische zenuwuiteinden en hartstilstand in systole.

Bijkomende info/weetjes

Takken werden vroeger voor het maken van bezems gebruikt. De zaadjes worden door mieren verzameld en verspreid omdat ze een oliebevattend aanhangsel (elaiosom) hebben.

Andere bremsoorten zijn ook giftig (☠)          

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Gevlekt Longkruid (Pulmonaria officinalis L.)

Gevlekt Longkruid (Pulmonaria officinalis L.)

Relevante planteninfo

Vroege, overblijvende voorjaarsbloeier met zowel roze als blauwe bloemetjes.  Wordt ook wel breed longkruid genoemd. Groeit laag bij de grond.

Ruwbehaarde stengel.

Wortelbladen zijn ook ruw behaard, spits eirond met lichtere vlekken.

Bloeit reeds vroeg (februari – mei) met aanvankelijk lichtroze, later paarsrode tot paarse bloemetjes die qua vorm aan een sleutelbloem doen denken. Eens uitgebloemd blijft de bloei van de bladeren over.

Vrucht met nootje.

Komt vrij algemeen voor in onze streken bij voorkeur vochtig gebied.  Ook een geliefde tuinplant.

Er bestaat ook nog smal longkruid (Pulmonaria montana Lej) en een minder voorkomende ongevlekte vorm. 

Inhoudsstoffen: slijmstoffen, minerale substanties zoals kiezelzuur, allantoïne, looistoffen, saponinen en meer

Familie: Boraginaceae of ruwbladigen

Eetbaarheid

In het voorjaar kan je de bladeren gebruiken zowel rauw als gestoomd. (bron: Eetbare Wilde planten Fleischauer, Guthmann, Spiegelberger).  Toch voorzichtigheid geboden, daar deze plant pyrrolizidine-alkaloïden bevat, die leverschadelijk zijn. Bovendien is de plant goed voorzien van haartjes wat het culinair minder aantrekkelijk maakt.

Bloemetjes (februari tot mei) van het longkruid zijn eetbaar en fijngesneden bruikbaar in een salade, kwark...

Longkruid werd vroeger, nu minder, gebruikt bij destillatie van dranken.  Het is ook een ingredient van vermouth.  Vermouth is een wijn die met extra’s zoals kruiden (absint, jeneverbessen, tijm enz.), suiker, alcohol op smaak gebracht wordt. Martini en Cinzano zijn bekende vermouth-merken.

Volksgeneeskunde

Longkruid is een oud geneeskrachtig kruid (’officinalis’).  Kende een gebruik bij aandoeningen van de luchtwegen en griep tot behandeling bij tuberculose,... 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Voor welke indicaties werd deze plant gebruikt: door de slijmstoffen werkt deze plant verzachtend op de luchtwegen: werkt slijmoplossend en bevordert ophoesten van slijmen.  Ook samentrekkend op de slijmvliezen (door de looistoffen).  Daarom te gebruiken bij allerlei luchtwegenaandoeningen en ook ter versterking van het bindweefsel bij chronische luchtwegenaandoeningen. Momenteel, in tegenstelling tot vroeger, enkel nog gebruikt voor lichte luchtwegenklachten.

Ook milde werking op maag en darm.

Uitwendig te gebruiken bij wondzorg, aambeien enz. Gedroogd blad zou de wondgenezing bevorderen (door de adstringerende en verzachtende eigenschappen van het kruid).

Welke delen van de plant worden in welke vorm gebruikt: we gebruiken vooral de bladeren bij voorkeur via een thee of tinctuur.

Bekende contra-interacties en nevenwerkingen: de ruige beharing kan bij sommigen allergische reacties veroorzaken. Wordt, wegens gebrek aan wetenschappelijke studies, niet aangeraden aan zwangeren en zogende vrouwen.

Bijkomende weetjes

Longkruid dankt zijn naam aan de bladvorm die op een long gelijkt en de vlekken op de bladeren die volgens de signatuurleer verwijzen naar de longblaasjes of een longziekte.  De twee kleuren bij de bloemen (lichtroze tot paars) zouden verwijzen naar de longfunctie betreffende de zuivering van het bloed (omzetting van zuurstofrijk en zuurstofarm bloed).                

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Gele waterkers (Rorippa amphibia (L.) Besser)

Gele waterkers (Rorippa amphibia (L.) Besser)

Relevante planteninfo

Inheemse oeverplant.

Voorkomen: aan en in water vandaar de naam. Misschien amphibia: slaat op dubbelleven zowel in water als op land.

Botanie: onderscheidt zich van de andere soorten op kleine details na: bij de moeraskers zijn de kroon en kelkbladen even groot.  De Oostenrijkse kers heeft dan weer kleine oortjes aan het blad. De vruchtjes zijn ook verschillend:  deze is eivormig en zo’n 3-4 mm lang.

En dan zijn er nog verschillende kruisingen.

Inhoudsstoffen: glucosinolaten, enzymen, etherische oliën, mineralen, betacaroteen en vitaminen.

Familie : kruisbloemenfamilie of  Brassiaceae.

Eetbaarheid

Over de gele waterkers is niet direct iets  te vinden maar van de zusterplant Moeraskers (Rorippa palustris (L.) Besser) is alles eetbaar zoals blad, bloemknoppen, stengels, de vruchten en zaadjes.

Volksgeneeskunde

Hierover niets gevonden

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Ook hier niets gevonden.  Er is  wel informatie over de witte waterkers (Nasturtium officinale R.Br.) die in een aparte fiche besproken wordt               

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Gele morgenster (Tragopogon pratensis L.)

Gele morgenster (Tragopogon pratensis L.)

Relevante planteninfo

2-jarige plant uit de familie van de Composieten,  Asteraceae

Voorkomen: groeit graag op matig voedselrijke gronden, zowel op zand, leem- en kleigronden, weiden, bermen en langs spoorwegen.

Wil wel graag in het zonnetje staan en opent zich zoals de naam het zegt in de morgen.

Botanie: heeft een penwortel die nogal wat inuline bevat.

De bladeren zijn lijnvormig met een lichte middenstreep, de stengel bevat wit melksap en is rond en niet of nauwelijks verdikt onder het bloemhoofdje zoals bij de bleke morgenster.

De bloemhoofdjes bestaan alleen uit lintbloemen. De helmknoppen zijn bruin/geel.

Heeft 8-10 scherpe geknikte omwindselblaadjes.   

Inhoudsstoffen: o.a. aminozuren, mannitol, alfa- en beta-lactucerol, coniferine (geeft bij omzetting een vanille-achtige smaak) en inuline (wortel).

Familie: Asteraceae (composieten)

Eetbaarheid

Alles is eetbaar.

De wortel kan zowel rauw als gekookt worden gegeten. Deze heeft een zoetige smaak door de aanwezige inuline. Rauw: jong fijngesneden bladeren in salades vermengd en de oudere kunnen gekookt worden  zoals schorseneren.

De jonge bladeren (in de lente voor de bloei) en scheuten kunnen ook rauw en of gekookt in salades mee verwerkt worden of in soep gebruikt worden.

Als asperge: de stengel met bloemknop gekookt. 

Volksgeneeskunde

Vroeger gekweekt als groente maar in onbruik geraakt. 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Inwendig: Het werkzame deel is voornamelijk de wortel. Het sap van jonge planten is goed om de maag te ontlasten zonder nevenwerkingen.

Heeft een stimulerende werking op de eetlust en de spijsvertering.  Ook een verzachtend werking bij brandend maagzuur. Hiervoor kan van de wortel een decoct gemaakt worden.

Door zijn hoog gehalte aan inuline in de wortel is dit een goed kruid voor diabetici. Het bevat meer fructose-eenheden dan glucose (waardoor een gunstiger effect op de bloedsuikerspiegel) en doordat inuline als het niet te lang ligt een koolhydaat is dat pas in de dikke darm opgenomen wordt).

De wortel is samentrekkend, depuratief (= ontgiftend of bloedzuiverend) waardoor ook diuretisch (= urinedrijvend), expectorerend (= bevorderen, oplossen van slijmen) en is goed voor lever en galblaas.

Kan in siroopvorm helpen bij hardnekkige hoest en bronchitis.

Uitwendig kan een aftreksel van de lintbloemetjes gebruikt worden om sproetjes te verlichten. Je kan van het kruid een infuus maken te gebruiken als  een reinigende lotion voor een drogere huid.

Geen gekende gevaren voor dit kruid - maar zoals bij alle kruiden geldt hier ook - alles met mate.           

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Gele lis (Iris pseudacorus L.)

Gele lis (Iris pseudacorus L.)

Relevante planteninfo

Voorkomen: gele lis is de enige soort uit de lissenfamilie die hier inheems is. Ze houdt van waterkanten, moerassen en niet te sterk stromend water of stilstaande poelen.

Botanie: opvallende oeverplant met zijn gele bloem.

Wortelstokken zijn binnenin roodachtig en vezelig langs onderen. De lis bevat luchtkanalen (zie foto hieronder) om de onder water liggende delen van lucht te voorzien.

De bloem bezit 3 grotere bloemdekbladen en 3 smalle.

De vrouwelijke delen zijn een stijltak die bladachtig zijn met 2 lobben en er tussen zit de stempel.

De meeldraden staan voor deze stijltak.

De vrucht is doos met bruine zaden lijken op donkere maïszaden. 

Familie: irisfamilie Iridaceae.

Inhoudsstoffen: pyrecatechollooistoffen, triterpenen,

Eetbaarheid

Is giftig!

Volksgeneeskunde

Geheel buiten gebruik, heel vroeger werd het nog weleens gebruikt vanwege water afdrijvende eigenschappen en de wortel is samentrekkend en werd gebruikt bij diarree volgens de flora Batava uit 1828. 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Het verse sap wordt gebruikt bij wondheling, de olie bij gezwellen, en de zaden bij bloedingen.

Contra-indicaties: bij inname kunnen bewustzijns -en hartritmestoornissen optreden. Sap werkt op de slijmvliezen en veroorzaakt: braken, kolieken en diarree.

Weetjes

Is een goeie waterzuiveraar, vroeger werden de gele liszaden verwerkt tot surrogaatkoffie, bron voor verf en inkt (kleurplant), aromaplant - irispoeder werd gebruikt om woonruimte op te geuren.

De plant werd ook gebruikt om papier van te maken (evenals het geval is bij brandnetels)                 

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Gele Kornoelje (Cornus mas L.)

Gele Kornoelje (Cornus mas L.)

Relevante planteninfo

Vertakte heester, soms ook boom die tot 8 m hoog kan worden, met in het vroege voorjaar opvallende gele schermbloemen op de kale takken en in de herfst rode bessen. 

Struik, soms boom, winterhard met grijsgroene schors.

Jonge takken zijn groen.

In maart tot april verschijnen de gele bloemen (die voor het blad verschijnen!) op de kale takken in bolvormige schermen met geelgroen omwindsel. 

Na de bloei verschijnen de bladeren.  Blad is lancetvormig, eirond, eindigend in een punt.

In de herfst (vanaf september): langwerpige, rode steenvrucht. 

Vrij algemeen in lichte bossen, bosranden zowel verwilderd als aangeplant (wordt ook veel aangeplant in bebouwde kom). Oorspronkelijk afkomstig van Midden- en Zuid-Oost Europa en intussen hier goed ingeburgerd. 

Er bestaat ook de rode kornoelje (Cornus sanguinea L.)  waarvan de jonge twijgen rood zijn, de bloemen wit en de vruchten blauwzwart zijn. 

Het geslacht cornaceae bevat heel wat  soorten in diverse groeivormen met als  gemeenschappelijk kenmerk:  gaafrandig, tegenovergesteld blad en de zijnerven  buigen met de bladrand mee.

Inhoudsstoffen: vruchten zijn een rijke bron aan vit C, anthocyanen, organische zuren, flavonoïden enz

Familie: Cornaceae of Kornoeljefamilie.

Eetbaarheid

In de herfst rijpen onregelmatig de rode vruchten (rijp als ze bijna van de boom vallen). Deze kunnen verwerkt worden tot marmalade, compote of sap.  Pitten zijn moeilijk van het vruchtvlees te scheiden. Rauw smaken ze wrang, zuur. Je kan de onrijpe vruchten opleggen in een zoutoplossing  als een soort olijf. Volgens boek “Eetbare wilde Planten” (Fleiscchhauer, Guthmann en Spiegelberger) kunnen de vruchten ook rauw gegeten worden. Let wel, het eten van de bessen kan bij sommige mensen lichte maag -en darm-stoornissen veroorzaken.

Pitten van de vrucht kunnen vermalen worden tot koffiesurrogaat en geven een vanilletoets aan de koffie (‘Weense koffie’ is een mengeling van vermalen kornoelje-pitten met echte  koffiebonen)

Uit de zaden kan een olie gewonnen worden, geschikt voor consumptie.

Bloemen zijn sterk aromatisch. Te gebruiken in een thee of sterke drank.

Thee van de bladeren kan gedronken worden. 

Opgelet: vruchten van de rode kornoeljie zijn (rauw) niet eetbaar (bevatten veel tanninen).  Volgens boek eetbare wilde planten wel gekookt eetbaar.

Volksgeneeskunde

Hildegard von Bingen beschreef medisch gebruik van de rode vruchten van de gele kornoelje voor darm en maag en specifiek bij ontstekingen ter hoogte van dat gebied. Om die reden vroeger veel gebruikt voor maag -darmonstekingen. Werd ook gebruikt bij spataders, aambeien (aanwezigheid anthocyanen).

Enkele bladeren in bad tegen jicht.

Heeft ook een reputatie als geneesmiddel tegen coeliakie (gedurende een maand een handvol bessen eten), alhoewel dit niet door iedereen erkend wordt en vooral toegeschreven wordt aan de maagslijmvliesversterkende eigenschappen van de aanwezige anthocyanen.

Hard hout dat niet snel breekt gebruikte men voor het maken van wandelstokken, kammen en ander gereedschap.

Rood sap als kleurstof voor kleding.

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Geen recent gebruik in de kruidengeneeskunde terug te vinden met uitzondering van enkele niet wetenschappelijke  bronnen die het gebruik bij coeliakie  vermelden. 

Er bestaat een gemmapreparaat van de rode kornoelje (Cornus sanguinea) als remedie voor het hart.

Bijkomende weetjes:

Volgens de legende zou het paard van Troje uit de Griekse mythologie gebouwd zijn met kornoeljehout

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Gelderse roos (Viburnum opulus L.)

Gelderse roos (Viburnum opulus L.)

Relevante planteninfo

Struik (ongeveer 4 m hoog) met licht hangende taken. Tegenoverstaand lang gesteeld blad, ongelijkmatig getand.  Bovenzijde blad donkergroen en kaal.  Onderzijde grijsgroen en licht behaard.  Blad kleurt in de herfst dieprood.

Bloemen in mei – juni zijn schermvormig. De kleinere, vruchtbare bloemen zijn omgeven door grotere randbloemen, die steriel zijn.

Bolvormige rode bessen in het najaar die verschrompelen en tot diep in het volgend voorjaar aan de takken hangen.

Voorkomen: vochtige bossen, heggen, duinen en vrij algemeen in Europa. Ook veel varianten in tuinen en groenvoorzieningen.

Plant die redelijk ongevoelig is voor uitlaatgassen en daardoor veel gebruikt.

Familie: kamperfoeliefamilie of Caprifoliaceae

Inhoudsstoffen: valereenzuur, baldriaanzuur, coumarines, tanninen (2%), organische zuren, etherische olie, magnesium, calcium, kalium, enz. 

Eetbaarheid

Vruchten zijn rauw niet eetbaar en kunnen maag- darmklachten veroorzaken. Als de vruchten gekookt worden zijn ze wel enigzins eetbaar (als vruchtenmoes gebruikt in Balkanlanden) en gelei en sauzen ter vervanging van cranberies in Noord-Amerika, Canada en andere Anglosasksiche landen.

Volksgeneeskunde

Er wordt weinig melding gemaakt van gebruik in de loop van de geschiedenis.

Bij de Indianen aangewend voor menstruatiepijnen en algemeen bij krampen.

Van het takkenhout worden pijpenstelen gemaakt

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Welke delen van de plant kunnen gerbruikt worden bij welke indicaties? Verse Schors/bast van de stam: algemeen krampwerend en kalmerend op de gladde spieren (bij bv nerveuze maagkrampen, darmkrampen, skeletspierkrampen enz) en op de organen van het kleine bekken en de baarmoeder.

In de homeopathie bast bij menstruatiekrampen

Bloedrukverlagend, bloedvatverwijdend en ondersteunt het hart

Ontkrampend op de ademhalingswegen, hoeststillend.

Ook uitwendig krampwerend op spieren. Te gebruiken in de vorm van tincturen, afkooksels en verwerkt in cremes (voor spieren).

Contra-indicaties: niet gebruiken bij hoge bloeddruk, en ten stelligste af te raden voor zwangere en zogende vrouwen.

Bijkomende info/weetjes

Vruchten blijven vaak tot volgend voorjaar aan de takken zitten.  De schors, de bladeren evenals de rauwe bes is voor de mens oneetbaar tot licht giftig! (☠)

Veel verwarring met de Amerikaanse sneeuwbal (Viburnum prunifolium L) die toch andere inhoudsstoffen heeft en meer effectief is bij pijnen en neuralgieën in het kleine bekken en dieper inwerkt op de baarmoeder.  De Gelderse roos werkt algemener bij krampen.

 Er zijn heel wat variëteiten Viburnum       

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Geel nagelkruid (Geum urbanium L.)

Geel nagelkruid (Geum urbanium L.)

Relevante planteninfo

Voorkomen: vochtige tot droge grond in loofbossen, onder struikgewassen en beschaduwde slootkanten, noordhellingen van de duinen.

Bloeitijd: mei tot juli (uitzonderlijk tot september)

Hoogte: 70cm - en de stengel is vierkant en behaard, lange bladstelen.

Blad: 3-lobbig met steunblaadjes aan de basis van de bladstelen van de bovenste bladen, deze vormen een kenmerk van geel nagelkruid. Verspreide bladstand.

Bloem: (5Kr - 5K) staat individueel op het einde van de bloemstengel.

Vrucht: haakvormig dopvruchtje waardoor het voor verspreiding aan de vacht van dieren en kleding van mensen blijft hangen.

Familie: rozenfamilie (Rosaceae)

Inhoudsstoffen: looistoffen, bitterstoffen, etherische olie (voornamelijk eugenol, in de wortelstok)

Eetbaarheid

Bladeren: jong en zacht (maart-april) toevoegen in salades, gekookt bij groentegerechten in kruidenkazen met bieslook. Als pesto samen met andere kruiden, anders te bitter.

Wortels: sept.->winter tot de lente

Gedroogd en geraspt als keukenkruid (hoewel het vrij kleine worteltjes zijn), ruikt lichtjes naar kruidnagel, vers in groentesoepen.

Smaakmaker voor uw kruidenthee of andere dranken.

Bloemknopjes: ook eetbaar als groente of als versiering in slaatje.

Volksgeneeskunde

Samentrekkend kruid, gebruikt bij mondinfecties (in dit geval als gorgel-middel). Wegens het hoge gehalte aan looistoffen vermindert deze plant irritatie in het maag-darmkanaal.

Alle delen van de plant kunnen gebruikt worden, maar de wortel heeft de sterkste werking: ontstekingswerend, anti-septisch, aromatisch, samentrekkend, zweetdrijvend, koortsverdrijvend en bloedstelpend.

Als aftreksel wordt het inwendig gebruikt bij diarree, darmstoornissen, maagklachten, prikkelbare darmen, leveraandoeningen, spijsverterings-stoornissen.

Uitwendig wordt het ook gebruikt bij aambeien, diverse huidaandoeningen, vaginale afscheidingen.

Werkt ook koortswerend.

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

In de moderne fytotherapie speelt nagelkruid geen rol meer.

Bijkomende info/weetjes

Vroeger gebruikt bij het looien en als verfmiddel. De wortel genereert een rood-paarse kleurstof.         

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Wilde Gagel (Myrica gale L.)

Wilde Gagel (Myrica gale L.)

Relevante planteninfo :

Struik die 50 tot 150 cm groot kan worden, hij groeit op zure, vochtige heide, moerassen, venige en voedselarme grond, meestal in de Kempen, maar ook in de duinen.  Beschermde plant geweest.  

Kortgesteelde, lancetvormige blaadjes, topje van blad gezaagd die in de winter afvallen.  Aan de onderzijde van de blaadjes zitten harspunten met harsklieren (die de etherische olie produceren).  De blaadjes zijn sterk aromatisch. Bladverliezend in de winter.

2-huizig met katjes die voor de blaadjes verschijnen.  Gagel bloeit in april en mei. De mannelijke katjes zijn langer dan de vrouwelijke. Tweehuizige plant, soms eenhuizig en opmerkelijk is dat de struik het ene jaar mannelijke en het ander jaar vrouwelijke katjes kan vertonen.

Afgeplatte vrucht is een steenvrucht.

Waardeplant voor vlinders, bijen en andere insecten.

Inhoudsstoffen: etherische olie, bitterstoffen, flavonoïden, looistoffen.

Familie: Myricaceae of gagelfamilie

Eetbaarheid

In het woord myrica zit het Hebreeuwse woord ‘mor’ wat bitter betekent.  “Gale” is afgeleid van het Keltisch en betekent ook bitter. De plant smaakt dus bitter. In de middeleeuwen (en als voorlooper van hop) werd het blad gebruikt om bier te aromatiseren en om de houdbaarheid te verlengen. Het was een onderdeel van de gruut, een kruidenmengsel dat bestond uit  o.a. gagel, rozemarijn, salie, duizendblad, enz. om het bier bitter en langer houdbaar te maken. De juiste samenstelling van het gruit werd geheim gehouden binnen de ‘gruuthuizen’. Momenteel bestaat er nog een Deense jenever gemaakt met gageltwijgjes ‘porsesnaps’ en ook in Terschelling wordt nog een bier gebrouwen op basis van gagelblaadjes.  Ook bij ons is er opnieuw een biologisch gagelbier. 

Volksgeneeskunde

Deze struik werd vroeger gezien als een toverplant. Volgens oude vertellingen heeft hij hallucinerende eigenschappen. De (etherische) olie die zich vormt aan de onderkant van het blad, in de harsklier, is licht giftig en roesverwekkend.

Het werd ook gebruikt bij kiespijn.  Men maakte een pasta van de schors, gemengd met azijn.

Heeft ook een insectenwerende werking.  Een bosje gagel in de kleerkast om motten te verdrijven, takjes gagel in strozakken om vlooien  te verjagen.

Bast (bevat looizuur) werd ook gebruikt voor leerlooien en de vrouwelijke katjes om te verven (gele kleur). 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Geen medicinaal gebruik

Bevat flavonoid myricetin: heeft antioxiderende werking, dat bij huidkanker gebruikt wordt. 

Bijkomende weetjes

Andere minder voorkomende gagel is de wasgagel (Myrica cariliniensisd (Mill.) small ).  Bij deze gagel zijn de vruchten bolvormig, die een witte waslaag hebben.  Deze waslaag werd vroeger gebruikt om kaarsen te maken en vermengd met bijenwas als (kerkelijke) bijenwaskaarsen .

Er gaat een verhaal in de Liereman dat de monniken hop hebben ingevoerd ter vervanging van gagel omwille van de roesbevorderende en de afrodioserende eigenschappen, die ze niet vertrouwden.

Om het gagelgebeuren terug in ere te herstellen is een twintigtal jaren terug  het gagelbier met de toepasselijke naam ‘gageleer’ ontstaan.                

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Fluitenkruid (Anthriscus sylvestris (L.) Hoffm.)

Fluitenkruid (Anthriscus sylvestris (L.) Hoffm.)

Relevante planteninfo

Voorkomen: aan bermen, weilanden, langs bosachtige stroken en heggen; algemeen doorheen het land.

Linnaeus wil dat deze plant een vruchtbare grond zou aanwijzen.

Botanie: 1 van de vroegste schermbloemigen, vanaf april. Het blad is ingesneden, schede is gewimperd. Stengel is hol, hoekig gegroefd zonder vlekken. Het scherm heeft verschillende stralen en van daaruit zijn geen omwindselbladen of hooguit 1 wel aan de schermpjes zitten omwindseltjes (deze zijn 8mm lang, spits toelopend). De witte bloemetjes hebben 5-kroonbladen en de 3 kroonblaadjes aan de buitenzijde zijn iets groter = stralende kroonblaadjes.

De vrucht zonder stijlen is 6-10 mm lang met 2 snavels. 

Inhoudsstoffen: Flavonoiden, bitterstoffen, etherische olien.

Familie: schermbloemigen, ook Apiaceae genoemd.

Eetbaarheid

Alles is eetbaar als je de juiste plant hebt! Juiste determinatie is hier van primordiaal belang.  Verwarring is mogelijk met (onder andere) de waterscheerling en dolle kervel. Deze bloeien echter pas vanaf juni. Waterscheerling is herkenbaar aan zijn purperen vlekjes op de stengel, onaangename geur, hij is vooral te vinden aan waterkanten en bevat giftig geel sap.

Volksgeneeskunde

De oude naam was vroeger wilde eppe.

“die wortelen van dese wilde eppe in den mont ghehouwen ende geknout versueten die pijne ende weedom van den tanden ende trecken veel vochtichede uut den hoofde “ uit het Dodoens Cruijdtboeck van 1554.

Op huidontstekingen en eczeem een brij leggen van de verse bovengrondse plantendelen.

Werd ingezet als een voorjaarskuur.

De bitterstoffen stimuleren de afgifte van de spijsverteringssappen. Heeft een urinedrijvende en zweetdrijvende werking en antioxiderende eigenschap. 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Niet gebruikt in huidige planten-geneeskunde 

Weetjes

De naam verwijst naar de holle stengels waarvan je dus fluitjes kan maken. Om er een te maken neem je een stengel met onderaan een dichte knoop. Ongeveer halverwege maak je dan een lengte-snede.              

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Egelboterbloem (Ranunculus flammula L.)

Egelboterbloem (Ranunculus flammula L.)

Relevante planteninfo :

Behoort tot de Ranonkelfamilie – Ranunculaceae

Onderste bladeren elliptisch, de bovenste lancetvormig en zittend

Gele boterbloemen van 5 tot 15 mm doorsnede, bloeit van juni tot okt

Komt voor in vochtig grassland, sloten, moerassig gebied

Vrij algemeen in heel Europa

Wordt ook wel egelgras genoemd

Dopvrucht

Eetbaarheid :

Deze plant is giftig!!  Wordt ook gemeden door vee! dieren

De smaak van de plant is scherp vanwege aanwezige anemonol.

Flammula is Latijn voor vlammetje, wat verwijst naar het bijtende sap.

Volksgeneeskunde :

Weinig volksgebruik gekend. Bedelaars in de Middeleeuwen gebruikten het sap om hun zweren nog meelijwekkender te maken. Het sap werd wel gebruikt om bij vergiftiging de patiënt te laten braken.

Gebruik in huidige planten-geneeskunde :

Geen medicinal gebruik – giftige plant.         

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Eénstijlige meidoorn (Craetagus monogyna Jacq.)

Eénstijlige meidoorn (Craetagus monogyna Jacq.)

Relevante planteninfo

Behoort tot de Rozenfamilie (Rosacea)

Bladverliezende heester met doornen, vooral gekend als hegplant, maar kan ook uitgroeien tot een boom. 

De éénstijlige is de meest voorkomende en verwijst naar 1 stijl in de bloem.  De tweestijlige (of driestijlige) komt minder voor.

Witte bloesems in mei, soms ook roze bloesems

Rijpe bessen in het najaar.

Algemeen voorkomend in de gematigde streken in het Noordelijk halfrond. Oorspronkelijk inheems. Het zijn planten die weinig eisen stellen aan de bodem en een grote weerstand hebben tegen atmosferische pollutie.

Inhoudsstoffen: grote diversiteit aan flavonoïden (oa cathechine), acethylcholine, triterpeenzuren, fenolzuren, vitamine C, polysachariden , pectine enz. 

Eetbaarheid

Bloesems werden (en worden nog steeds) gebruikt in likeur, siroop, wijn en thee

Van de bessen wordt confituur, ketchup en zelfs surrogaatkoffie gemaakt. Tijdens WO II werden vruchten tot meel gemalen en verwerkt in brood

Jonge blaadjes hebben een nootachtige smaak en kunnen in salade verwerkt wordt.

Kauwen op de blaadjes of op niet-ontloken bloesem is goed tegen honger en kreeg de bijnaam ‘boterhammen met kaas’ 

Volksgeneeskunde

In de klassieke oudheid werd meidoorn niet medisch gebruikt. Er is een verhaal dat Jezus met de doornige takken van de meidoorn gekroond werd. Vroeger werd het harde meidoornhout gebruikt voor schavotblokken. Doornen werden gebruikt als naalden van de grammofoon. De Germanen gebruikten meidoorn op hun land af te palen (haagdoorn)

Pas in de tweede helft van de 18 de eeuw ingezet voor allerlei hartkwalen voornamelijk kalmerende eigenschappen op het hart.

Eind jaren ‘50 met de vinger gewezen als gastheer van een bacterie die perenvuur veroorzaakte en daardoor in diskrediet gebracht. Vanaf jaren ‘80 terug in eer hersteld. 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Tegen welke indicaties kan de plant gebruikt worden, en welke delen van de plant worden gebruikt? Bloeiende toppen: kalmerende werking op het hart, ter ondersteuning van de hartspier op voorwaarde dat het lang genoeg ingenomen wordt + betere circulatie in de kransslagaders en perifere bloedvaten.  Bloesems hebben ook rustgevende eigenschappen omdat ze het parasympatische zenuwstelsel versterken. Via thee, droogextracten, tinctuur, gemmopreparaat (langdurige inname nodig)

Bessen worden gebruikt ter behandeling van diarrhee.

Mogelijke contra-indicaties waar rekening mee gehouden moet worden: meidoorn kan het effect van anti-aritmica, bloeddrukverlagende geneesmiddelen, sedative, hart-ondersteunende geneesmiddelen  en andere kruiden voor het hart verhogen.  Hierbij nemen op voorschrift van de arts. Relevante planteninfo

Behoort tot de Rozenfamilie (Rosacea)

Bladverliezende heester met doornen, vooral gekend als hegplant, maar kan ook uitgroeien tot een boom. 

De éénstijlige is de meest voorkomende en verwijst naar 1 stijl in de bloem.  De tweestijlige (of driestijlige) komt minder voor.

Witte bloesems in mei, soms ook roze bloesems

Rijpe bessen in het najaar.

Algemeen voorkomend in de gematigde streken in het Noordelijk halfrond. Oorspronkelijk inheems. Het zijn planten die weinig eisen stellen aan de bodem en een grote weerstand hebben tegen atmosferische pollutie.

Inhoudsstoffen: grote diversiteit aan flavonoïden (oa cathechine), acethylcholine, triterpeenzuren, fenolzuren, vitamine C, polysachariden , pectine enz. 

Eetbaarheid

Bloesems werden (en worden nog steeds) gebruikt in likeur, siroop, wijn en thee

Van de bessen wordt confituur, ketchup en zelfs surrogaatkoffie gemaakt. Tijdens WO II werden vruchten tot meel gemalen en verwerkt in brood

Jonge blaadjes hebben een nootachtige smaak en kunnen in salade verwerkt wordt.

Kauwen op de blaadjes of op niet-ontloken bloesem is goed tegen honger en kreeg de bijnaam ‘boterhammen met kaas’ 

Volksgeneeskunde

In de klassieke oudheid werd meidoorn niet medisch gebruikt. Er is een verhaal dat Jezus met de doornige takken van de meidoorn gekroond werd. Vroeger werd het harde meidoornhout gebruikt voor schavotblokken. Doornen werden gebruikt als naalden van de grammofoon. De Germanen gebruikten meidoorn op hun land af te palen (haagdoorn)

Pas in de tweede helft van de 18 de eeuw ingezet voor allerlei hartkwalen voornamelijk kalmerende eigenschappen op het hart.

Eind jaren ‘50 met de vinger gewezen als gastheer van een bacterie die perenvuur veroorzaakte en daardoor in diskrediet gebracht. Vanaf jaren ‘80 terug in eer hersteld. 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Tegen welke indicaties kan de plant gebruikt worden, en welke delen van de plant worden gebruikt? Bloeiende toppen: kalmerende werking op het hart, ter ondersteuning van de hartspier op voorwaarde dat het lang genoeg ingenomen wordt + betere circulatie in de kransslagaders en perifere bloedvaten.  Bloesems hebben ook rustgevende eigenschappen omdat ze het parasympatische zenuwstelsel versterken. Via thee, droogextracten, tinctuur, gemmopreparaat (langdurige inname nodig)

Bessen worden gebruikt ter behandeling van diarrhee.

Mogelijke contra-indicaties waar rekening mee gehouden moet worden: meidoorn kan het effect van anti-aritmica, bloeddrukverlagende geneesmiddelen, sedative, hart-ondersteunende geneesmiddelen  en andere kruiden voor het hart verhogen.  Hierbij nemen op voorschrift van de arts.             

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Echte kamille (Matricaria chamomilla L. - Chamomilla recutita L.- Matricaria recutita L.)

Echte kamille (Matricaria chamomilla L. - Chamomilla recutita L.- Matricaria recutita L.)

Relevante planteninfo

Behoort tot de familie van de Composieten (Asteraceae)

15 tot 60 cm éénjarige, winterharde sterk vertakte plant met typische zeer fijn geveerde bladen.

Bloeit van mei tot september.  Halfronde bloemhoofdjes bestaan uit gele buisbloemen en omgeven door witte lintbloemen.  De oudere bloemen zijn doorgaans teruggeslagen. Kenmerkend zijn de typische geur en de kegelvormige bloembodem die hol is (zie foto).

Vrijwel in heel Europa te vinden. Groeit op akkers, braakliggende terreinen, ruigten, bermen.  Bij voorkeur kalkarme, lemige bodem.  

Reukloze kamille (Tripleurospermum perforatum) lijkt sterk op de echte kamille.  Belangrijke verschillen zijn het ontbreken van de typische geur en deze kamille heeft een gevulde bloembodem met merg. 

Inhoudsstoffen: etherische olie (vooral chamazuleen), flavonoïden (apigenine), pectine-achtige slijmstoffen, cumarinen, bitterstoffen, looistoffen enz.

Eetbaarheid

Omwille van het specifieke aroma geliefd voor de bereiding van allerlei gerechten zoals azijn, limonades, wijnen, likeuren.  ‘Manzanilla’ is een sherry op smaak gebracht met kamille. Bloemen kunnen ook als versiering gebruikt worden.

De bladeren zijn eetbaar.

Ook in de cosmetica erg gegeerd omwille van rustgevende en ontstekingswerende huideigenschappen (lotion, crème, haarmiddelen en andere verzorgingsproducten).  Geeft blond haar een lichtere kleur. 

Volksgeneeskunde

Hippocrates erkende het reeds als geneeskrachtig tijdens de vierde eeuw voor Christus.  Gans de geschiedenis terug te vinden als medicinale plant voor ontstekingen, bij spijsverteringsproblemen, slapeloosheid, en als typisch kruid voor vrouwelijke ongemakken.

Volgens de signatuurleer geschikt als kruid voor holle organen (maag, baaromoeder) omwille van zijn holle bloembodem.

Echte kamille werd in 1987 als geneeskrachtige plant uitgeroepen te Duitsland en wordt soms ook ‘Duitse kamille’ genoemd. 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Bloeiende bloemhoofdjes met enkele centimeters van het steeltje worden gebruikt.  Hiervan wordt thee, tinctuur, maceraat of een huidverzorgingsproduct gemaakt.

Inwendig:

  • Ontstekingswerend op maag -en darmslijmvlies en beschermt tegen zweervorming in het maagdarmstelsel (door chamazulene en aanwezige flavonoïden)

  • krampopheffend bij maagkolieken, darmkrampen en braakstillend

  • stimuleert de spijsvertering, bevordert de eetlust, licht galdrijvend, winddrijvend

  • tonicum voor de baarmoeder (menstruatiekrampen)

  • kalmerend op zenuwstelsel, zenuwversterkend, angstwerend en te gebruiken als slaapmutsje.

  • werkt antibacterieel, ontstekingswerend en anti-allergisch.

Uitwendig: via omslag, lotion, crème

  • Ontstekingswerend (door o.a. apigenine), ontsmettend, wondhelend en jeukstillend. Te gebruiken op de huid, wonden, allergische uitslag, aambeien, onstekingen in de genitaliën enz.

Kan ook bij kinderen toegepast worden.

Geen langdurig gebruik.  (max 3 tot 4 weken)

Oppassen voor mogelijk (theoretische) interacties met medicijnen zoals bloedverdunnens, sedativa, immunosuppresiva…

Bijkomende weetjes

Het therapeutische  waardevolle chamazuleen wordt pas uit het “matricine proazuleen” gevormd bij bereiding door waterdampdestillatie zoals het destilleren van e.o of thee.       

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Duizendblad (Achillea millefolium L.)

Duizendblad (Achillea millefolium L.)

Relevante planteninfo

Behoort tot de composietenfamilie (Asteraceae)

Pioniersplant die tot ongeveer 50 cm hoog wordt, hoogte afhankelijk van de grond.

Witte bloemen, soms roze, in schijnschermen (waardoor het kruid vaak onterecht wordt aangezien als een schermachtige). Bloeit van juni tot oktober

Typisch zijn de fijn geveerde blaadjes (zie foto).  De naam millefolium betekent dan ook ‘duizend blaadjes’

Stengel heeft een stevige, vrij harde structuur.

Veelvuldig te vinden langs bermen, waterkanten, graslanden enz.

Inhoudsstoffen: etherische oliën, flavonoïden, alkaloïden, fenolzuren, looistoffen en meer.

Eetbaarheid

De blaadjes in een salade, of verwarmd als groenten.

Bloemen te gebruiken als smaakmaker in dranken, thee en sterke drank.  Ook als eetbare decoratie.

Zowel bloemen als zaad hebben een kruidige, aromatische smaak. Het blad smaakt zachter.  Zaden kunnen zelfs als peper gebruikt worden.

Werd vroeger in Duitsland en Scandinavische landen gebruikt om bier te brouwen ter vervanging van hop.

Stengel is houterig en taai.

Volksgeneeskunde

Blaadjes werden ten tijde van Achilles gebruikt om wonden te helen.

Gedurende de ganse geschiedenis terug te vinden als geneeskrachtige plant. Vaak ook gebruikt in rituelen.

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Veelzijdig geneeskrachtig kruid, werking te vergelijken met kamille.

Inwendig (het bloeiende kruid geplukt tussen juni en juli)

Bevordert de spijsvertering door de maagfunctie te verbeteren, eetluststimulerend, galvormend en galdrijvend… en een tonicum voor maag -en darmslijmvliezen 

Goede werking op de baarmoeder: helpt bij overvloedige menstruatie, maar ook bij het uitblijven van de menstruatie.  Goed kruid voor herstel baarmoeder na de bevalling

Bevordert de aderlijke bloedsomloop en is bloeddrukverlagend.  Goede werking bij spataderen, aambeieen, zwakke bloedsomloop.

Werkt bloedstelpend,

Ontstekingsremmend (door aanwezigheid azuleen)

Tonicum voor de luchtwegen

Anti–allergisch (bevat etherische olie chamazulene)

UItwendig (het bloeiende kruid, ook de blaadjes)

Bloedstelpend en krampstillend.  

Opletten: na contact van de huid met het sap van de plant, kan onder invloed van zonlicht een lichte, lokale huidreactie optreden (irritatie)

Weetje

Duizendblad wordt vaak het kruid van het bloed genoemd.  Volgens de signatuurleer verwijst de zeer fijne vertakkingen van het blad naar de bloedvaten en haarvaten van het menselijk lichaam.

Duizendblad is niet alleen een pioniersplant en erg geneeskrachtig maar beschermt omringende planten tegen ziekte en aandoeningen.  En als dat nog niet voldoende is, versterkt het ook de geneeskrachtige werking van deze planten!              

Read More
Dominique Honnay Dominique Honnay

Duinvogelmuur (Stellaria pallida (Dum.) Piré)

Duinvogelmuur (Stellaria pallida (Dum.) Piré)

Relevante planteninfo

Stellaria is een geslacht dat tot de anjerfamilie (Caryophyllaceae) behoort.

Bij de wandelingen kwamen we regelmatig verschillende muur soorten tegen die tot het geslacht  Stellaria behoren waarvan er wereldwijd denkelijk een 90-tal soorten bestaan. In onze contreien zijn er een  8-tal bekend.
Over Vogelmuur zijn de meeste gegevens te vinden over eetbaarheid en medicinaal gebruik (zie fiche vogelmuur)

Stellaria - Stella (latijn) = Ster om de gelijkenis in vorm van stervormige kroonblaadjes.

Algemeen dezelfde kenmerken voor alle muursoorten:

In bijscherm vertakt

bladeren tegenoverstaand

5 witte kroonbladen

3 stijlen.

Meestal 10 meeldraden behalve bij duinvogelmuur 1-3 en vogelmuur kunnen het er 1-3 of 8 zijn.

Doosvrucht met 6 kleppen.

Specifiek voor Duinvogelmuur:

Stengel: haren, zonder kliertjes, bleekgroen.

Bladeren: kleinere blaadjes eirond, allen kort gesteeld.

Bloemen:  de  kleinste van allen tot 0.5 cm kroonbladen ontbreken of zijn zeer klein. Bloeien van maart tot mei.

Bodem: houdt van droge, zanderige en stikstofrijke vaak kalkrijke bodems. Groeit graag als ondergroei van duinbossen maar ook in open graslanden….            

Read More