Witte dovenetel (Lamium album L.)

Relevante planteninfo

De witte dovenetel bezit een vierkante stengel waaraan in schijnkransen de naar verhouding grote, witte lipbloemen zitten. Ze ruiken naar nectar. De stengel wordt ongeveer 30 à 40 cm hoog en de bladeren zijn kruisgewijs tegenover elkaar geplaatst aan de holle stengels. De bladrand is gezaagd en de bladvorm is eirond met hartvormige voet en toegespitst. In de grond bevindt zich een horizontale wortelstok die rijkelijk vertakt is. de plant bloeit van april tot oktober en komt zéér algemeen voor op rudderale plaatsen, langs wegen in struikgewas, op beschaduwde plekken en in bemeste weilanden. 

Eetbaarheid

De jonge bladeren van de witte en ook de paarse dovenetel vormen in het voorjaar een groente die als spinazie gegeten kan worden. 

Volksgeneeskunde

Thee van de witte dovenetel wordt in de volksgeneeskunde gebruikt tegen bloedarmoede, darmaandoeningen, ontstekingen, spataderen, aambeien en bij vrouwen witte vloed en menstruatiestoornissen.

Ook werden afkooksels in de vorm van omslagen aangebracht bij huidzwellingen, builen, verzweringen, schilferende hoofdhuid en jichtpijnen.

Thee van de gele dovenetel zou dan in het badwater gebruikt worden tegen alle urine- en blaasaandoeningen bij mannen. 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Voor welke indicaties kan deze plant gebruikt worden? Spijsverteringsstoornissen, diarree, aandoeningen van de luchtwegen, allerhande menstruatieklachten, baarmoederproblemen. Uitwendig bij mond-en keelonstekingen en bij lichte huidontstekingen.

Welke delen van de plant kunnen in welke vorm gebruikt worden? Voornamelijk de bloem, losgemaakt van de calyx (kelkbladeren) en verder maar wel wat minder het kruid zelf. In vormen van moedertinctuur, infuus, enz…

Zijn er contra-indicaties bekend? Bij de juiste therapeutische doseringen is er geen toxische nevenwerking beschreven.

Bijkomende info/weetjes

Ons aller Dodoens schreef in 1554 ‘Dove netelen die met zout gestampt zijn genezen en verteren en scheiden alle gezwellen, kroppen en klieren als het daarop gelegd wordt en zijn van krachten en werking de netelen zéér gelijk’.

Previous
Previous

Witte Waterlelie (Nymphaea alba L.)

Next
Next

Winterpostelein (Claytonia perfoliata Willd.)