Gulden sleutelbloem of echte sleutelbloem (Primula veris L.)

Relevante planteninfo

In onze contreien komen 3 soorten sleutelbloemen voor die alle 3 gele bloemen hebben:

Gulden sleutelbloem of echte sleutelbloem (Primula veris L.)

Kenmerken: lange rimpelige bladeren thv wortel en aan de top van de 15-30 cm hoge, bladloze stengel staan de klokvormige bloemen. Deze zijn aan de binnenkant oranje en hebben zoete geurvlekken, de zogenaamde honingmerken.  Zeldzame plant.  Beschermd

Stengeloze sleutelbloem (Primula vulgaris L.)

Zeer zeldzame soort die slechts 5 tot 10 cm hoog wordt. Komt meer voor in de Alpen en Scandinavië. Deze soort is de stamvader van de gekende tuinprimula’s.

Slanke sleutelbloem (Primula elatior L.) die op vochtige plaatsen (drassige weilanden, vochtige bossen…) groeit en sterk gelijkt op de gulden sleutelbloem of echte sleutelbloem.  Een belangrijk verschil is dat de bloemkroon bleekgeel is.

Inhoudsstoffen: saponinen (vooral in de bloemen met kelk en wortel), flavonoïden, primulaverine. 

Eetbaarheid

Verse bloemen zijn eetbaar, rauw maar ook te verwerken in een gerecht.

Bladeren kunnen gekookt of vers gegeten worden. 

Volksgeneeskunde

Pas na de eerste wereldoorlog raakte de sleutelbloem in gebruik als hoestmiddel.

Wortel is diuretisch en werd al langer in de volksgeneeskunde gebruikt vooral bij reumatische klachten.  Ook gebruikt omwille van zijn niesverwekkende eigenschappen. 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Zowel de Primula veris L. als de Primula elatior L. kunnen gebruikt worden om het ophoesten van slijmen te bevorderen en zijn slijmoplossend bij hoest en bronchitis met taaie slijmen (door de saponinen).  Werkt ook onstekingswerend (door primulaverine) op de luchtwegen. Vooral de wortel, soms de bloemen met kelk, worden hiervoor gebruikt.

UItwendig bij ontstekingen

Weinig nevenwerkingen, soms gevoeligheid bij personen met maagproblemen of licht allergsiche huidreacties.  Niet aan zwangere vrouwen (baarmoederstimulerend)  en niet bij krampachtige hoest, of astma

Previous
Previous

Smalle waterpest (Elodea nuttallii (Planch.))

Next
Next

Sleedoorn (Prunus spinosa L.)