Schijfkamille (Matricaria discoidea (DC.))

Algemene Planteninfo

Schijfkamille behoort tot de composietenfamilie (Asteraceae) en onderscheidt zich van (echte) kamille doordat de witte stralenkrans (lintbloemen) ontbreekt.

 Oorspronkelijk komt hij van Noordoost-Azië, maar komt nu in veel gebieden van Europa voor. De plant wordt 5 – 30 cm hoog en bloeit vanaf juni tot de herfst. Schijfkamille heeft fijne, geveerde bladeren en groengele bloemhoofdjes (zonder witte lintbloemen). De vrucht is een nootje. Bij aanraking komt er een  typische geur vrij die veroorzaakt wordt door het vrijkomen van etherische oliën. De plant komt voor op open, bewerkte grond en wordt beschouwd als (on)kruid.  Het is een tredplant overal te vinden. 

Inoudsstoffen: bitterstoffen, etherische olie, flavonoïden, cumarinederivaten enz. 

Er komen in onze natuur verschillende planten voor die de naam  kamille dragen zoals echte kamille (Matricaria chamomilla), schijfkamille, reukloze kamille (Tripleurospermum maritimum), gele kamille (Anthemis tinctoria) enz.  Tot het geslacht kamille (Matricaria L.) , met bloemhoofjes zonder stroschubben, behoren de echte kamille en de schijfkamille.  De gele kamille, stinkende kamille en valse kamille behoren tot het geslacht van Anthemis L. of schubkamille. (bron Heukels)

Het onderscheid tussen schijfkamille en echte kamille is vrij eenvoudig: Schijfkamille heeft geen witte lintvormige bloemen en  is meer gedrongen.  Bovendien groeit het laag bij de grond.

Eetbaarheid

De zéér jonge blaadjes zijn eetbaar en kunnen in een salade mee gemengd worden. Best de bladeren rauw eten vooraleer de plant in bloei komt omdat anders de bladeren  bitter worden.

Ook de bloemknop en de groene omwindselblaadjes (juni tot augustus) zijn eetbaar en hebben een specifiek, fris aroma. Je kan ze mengen onder een gerecht, versuikeren, thee van maken.  In tegenstelling met de blaadjes smaken de bloemknoppen aromatisch.

Volksgeneeskunde

Vanaf de 19de eeuw werd de schijfkamille in Europa ingevoerd om als studieobject in botanische tuinen, het eerste verwilderde exemplaar stamt al uit het jaar 1840 toen er ééntje in Zweden werd aangetroffen. Er werden toen geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven als zijnde verlichting van maag- en darmkrampen en tegen worminfecties.  In tegenstelling met de echte kamille geen ontstekingsremmende werking.

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Niet van toepassing, daar de schijfkamille volgens verschillende bronnen de geneeskracht van échte  kamille mist.  Er zijn tot op heden geen fytotherapeutische, chemische gegevens beschikbaar van  schijfkamille. 

Bijkomende info/weetjes

Schijfkamille wordt grotendeels als een vervelend onkruid gezien volgens bepaalde bronnen.

Andere bronnen beweren dat de etherische olie van de schijfkamille voor sommige huidproblemen gebruikt wordt, maar kan nergens gestaafd worden. Voorzichtigheid met deze plant is hier dus aan te raden. 

Previous
Previous

Sint-janskruid (Hypericum perforatum L.)

Next
Next

Schermhavikskruid (Hieracium umbellatum L.)