Moederkruid (Tanacetum parthenium (L.) Schultz Bip.)

Relevante planteninfo

Plant met sterke geur.  Geveerde bladeren, lijkt op peterselie

Magrietachtige bloemen van juni tot sept. Bloemenhoofdjes 1,5 tot 2,5 cm breed, witte lintbloemen, buisbloemen zijn geel.

Oorspronkelijk Zuid-Oost Europa, nu meer verspreid langs wegkanten, ruderaal gebied en in tuinen als sierplant gekweekt, winterharde plant.

Inhoudsstoffen: bitterstoffen, etherische olie, flavonoïden, enz.

Familie van de: Asteraceae - composieten-familie. 

Eetbaarheid

Culinair geen succes. Bladeren worden soms als toekruid gebruikt, het blad heeft een bittere smaak.

Bitter blad wordt ook gebruikt als aroma voor aperitieven en digestieven. 

Volksgeneeskunde

In de volksgeneeskunde gebruikt bij menstruatiepijnen, klachten over spijsvertering, hoofdpijn.

De naam Moederkruid zou wijzen naar gebruik bij bevallingen.

Werd vroeger in het kraambed gebruikt omwille van weeënstimulerend effect en stimuleerde herstel na de bevalling. 

Werd in de 18de eeuw gebruikt om de gevolgen van opiumgebruik te bestrijden.

Ook uitwendig via omslagen voor kneuzingen en zwellingen.

Werd ook aangeplant om insecten te weren of in zakjes in de kleerkast  tegen de motten. 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Vooral de jonge bladeren, minder de bloeiende toppen.

Ontstekingswerend, anti-allergisch, bloedverdunnend, krampwerend op de gladde spieren van de vaatwanden en vasodilaterend en pijnstillend. Hierdoor wordt  het vooral gebruikt  ter preventie van migraine en hoofdpijn. Bij Inname gedurende langere tijd zou de aanvallen in intensiteit en frequentie afnemen.

Thee, tinctuur.

UItwendig bij kneuzingen, en zwellingen.  Werkt ook insectenwerend. 

!Bevat bitterstof parthenolide (vooral in bloeiende toppen, minder de bladeren) die gemakkelijk verdwijnt indien de bewaring (droog- koel en donker )niet goed gebeurd.

Contra-indicaties: niet geven aan zwangere vrouwen en tijdens de borstvoeding. Ook niet aan kinderen.

Heeft ook een bloedverdunnend effect dus opletten in combinatie met  andere planten of medicijnen die bloedverdunnend werken.  

Er zijn ook mogelijke nevenwerkingen zoals buikpijn, winderigheid, beïnvloeding menstruele cyclus, mogelijk verhoogde bloedingneiging en meer.

Previous
Previous

(Middelste) Teunisbloem (Oenothera biennis L.)

Next
Next

Moerasandoorn (Stachys palustris L.)