(Wilde) Korenbloem (Centaurea cyanus (L.))

Relevante planteninfo

Voorkomen: de plant komt wereldwijd voor in gematigde streken. In de eerste plaats vond men deze prachtige bloem veelvuldig tussen graanakkers op zandige tot lemige grond. Door allerlei veranderingen in de landbouw zoals intensievere bemesting, herbicidegebruik en hogere zaaidichtheden is de korenbloem in de voorbije halve eeuw in graanakkers veel zeldzamer geworden. Vandaag de dag kan de plant op steeds meer plaatsen alleen nog omschreven worden als adventief- of bermplant. Dat onbestendig optreden is doorgaans het gevolg van het activeren van een in een bodem aanwezige zaadvoorraad na grondverzet.

Botanie: De korenbloem wordt ongeveer 30 tot 60 cm hoog en draagt op een wollig behaarde, bovenaan vertakte stengel eindstandige, blauwe bloemhoofdjes. De binnenste bloempjes zijn vruchtbaar, de buitenste dienen als lokbloemen voor bijvoorbeeld honingbijen, hommels, vlinders, … De bloei periode is van juni tot augustus. De wollig behaarde bladeren zijn lancetvormig. De onderste vaak getand tot veerspletig en bovenaan echter zittend en niet gedeeld.

Familie: Composietenfamilie (asteraceae)

Inhoudsstoffen: slijmstoffen, looistoffen, cyanine (natuurlijke kleurstof), bitterstoffen, was, anorganische zouten, pelargonine en cichroiine (glucose).

Eetbaarheid

Ja, de bloemblaadjes. Voor sla, kruidenboter, kwarkgerechten, gebak, … de bloemen hebben niet echt een sterke smaak, maar geven net een licht bittere toon aan gerechten. Ook geschikt voor kruidenthee met andere bloemen of kruiden.

Volksgeneeskunde

In het “Nieuw Kruidenboek” van Matthiolus (Praag, jaartal 1563) werd de korenbloem al beschreven. Onder andere zouden de korenbloemen met zaden gekookt in wijn een antigif drank zijn tegen spinnen en schorpioenenbeten. Toen werd ook al beschreven dat de korenbloem een voortreffelijk middel zou zijn tegen brandende, rode ogen en andere oogaandoeningen.

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Voor welke indicaties wordt deze plant gebruikt: uitwendig toegepast heeft lauwe kruidenthee van korenbloem een antiseptische kracht bij infectie van de ogen en verzacht vermoeide geïrriteerde ogen. Ook als thee toegepast bij koorts als slijmdrijvend middel en ter bevordering van trek bij lever en galaandoeningen. Het heeft ook een bloedzuiverende werking.

Welk deel van de plant wordt gebruikt: de bloem (flos)

Zijn er bekende contra-indicaties: er zijn geen toxische bijwerkingen, bij therapeutische doses.

Bijkomende weetjes

Hydrolaten van de korenbloem worden ook opnieuw geproduceerd en gebruikt als ooglotion, als compres bij oogontstekingen en voor algemene verzorging van de ogen en de huid.

Previous
Previous

Kruidvlier (Sambucus ebulus L.)

Next
Next

Koninginnenkruid (Eupatorium cannabinum L.)