Stalkaars (Verbascum densiflorum - Bertol.)

Relevante planteninfo

Behoort tot de helmkruidfamilie (Scrophulariaea). Grootte tussen de 30cm en de 200 cm. Bloeitijd van juli tot september. Schutbladeren zijn tussen de 15 en 40 mm. Alle bladeren zijn aflopend (ook de laagstaande bladeren zijn niet gesteeld). Bloemen zijn 30-50mm groot. De bladeren zijn toegespitst. Felgele, geurende bloemen van 3,5 tot 5,5 cm groot met een platte kroon. De plant is geheel grijs-witwollig behaard. 3 van de 5 helmdraden zijn eveneens witwollig behaard. De helmknoppen zijn aflopend aan de helmdraad. 5 meeldraden dikwijls behaard. Bloeiwijze met een aar/tros of soms een pluim.

Vooral te vinden  in bermen, langs bosranden, op kaalslag en stortplaatsen, op open, droge, kalkrijke, omgewerkte grond. Vrij zeldzaam in België. Verspreid in Midden -en Zuid-Europa. 

Lijkt op de koningskaars : verschil : De stempel van de koningskaars is knopvormig maar NIET langs de stijl aflopend. (Bij de stalkaars is de stempel wel langs de stijl aflopend). De bloemen van de stalkaars zijn 2x zo groot dan die van de koningskaars.

Verschil met de Zwarte toorts: de helmdraden van de zwarte toorts zijn PAARS behaard. De helmdraden van de stalkaars zijn grijs-witwollig behaard.

Onderste bladeren zijn langgesteeld. Bij de stalkaars zijn de laagstaande bladeren NIET gesteeld. 

Eetbaarheid

De gele bloemen kunnen geoogst worden tussen juni en augustus en vers of gedroogd in theemelanges gebruikt worden. De bloemen kunnen ook gekookt als aroma en goudgele kleurstof toegevoegd worden aan siroop, limonade of alcoholische dranken (bloemen een tijdje laten intrekken en er weer uit halen).

Ook de bladeren kunnen vers of gedroogd gebruikt worden in huisthee. Ze dienen wel geplukt te worden voor de bloei (van april tot juni).

Smaak: het aroma van de bloemen doet denken aan gedroogde appelschijfjes, fruitig, misschien iets straffer. De bladeren zijn bitterder en fruitiger. 

Volksgeneeskunde

De stalkaars wordt in de volksgeneeskunde gebruikt als urinedrijvend middel tegen reumatische klachten en bij neuralgieën. De inheemse volken van Noord-Amerika rookten het gedroogde blad samen met andere geneeskrachtige planten tegen astma, bronchitis en andere longklachten. Vanwege de slijmstoffen is het een geliefd middel tegen de hoest.  De slijm werkt prikkelverzachtend en de saponinen lossen het taaie slijm in de bronchiën en vergemakkelijken het uithoesten. Stalkaars wordt evenwel nooit afzonderlijk gebruikt.

Werd gebruikt als wrijfmiddel bij pijn. 

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Voor welke indicaties kan de plant gebruikt worden: de plant werkt ontstekingsremmend, antibacterieel en antiviraal, en wordt bij verkoudheid en hoest ingezet. Bovendien heeft hij een algemeen rustgevende en nachtrustbevorderende werking.

Uitwendig bevordert het fijngemaakt blad de doorbloeding en ondersteunt de wondgenezing.

Verhelst verwijst naar de stalkaars bij de bespreking van de Verbascum Thapsus L. (Toorts): men kan ook de bloemkroon van de Stalkaars gebruiken. Van de Toorts gebruikt men in mindere mate de bladeren en de bloemen, zelden de wortel. 

Bijkomende info/weetjes

Bevat slijmstoffen, saponinen en kalium.

Marcellus Empiricus bericht dat de stalkaars in de Gallische volksgeneeskunst samen met enkele andere planten tot een middel tegen jicht werd verwerkt. Bij het fijnwrijven van de stalkaars moest men zeggen : “Summum caelum, ima terra, medium medicamentum”. (Helemaal boven de hemel, hemel onder de aarde, in het midden het geneesmiddel).

De stalkaars werd in de middeleeuwen boven de staldeur bevestigd om boze geesten uit de stal te weren.

De bloeiwijzen werden vroeger ook als fakkel gebruikt (vandaar de naam). De plant is niet zelden het middelpunt in de “kruidenboeketten” die in veel katholieke landen op 15 augustus (Maria Hemelvaart) worden gewijd.

Previous
Previous

Stinkende Gouwe (Chelidonium majus L.)

Next
Next

Speerdistel (Cirsium vulgare Mill.)