Kruldistel (Carduus crispus L.)

Relevante planteninfo  

Met zijn overdaad aan stekels is de kruldistel geen geliefde plant.

Hij wordt 0,30 tot 1,3 m groot en is vooral terug te vinden in ruderaal gebied.

Stekelige stengel, bovenaan vertakt.

Krullende, gekroeste bladeren (dus niet mooi vlak) zijn typisch voor deze distel. Bladvorm is langwerpig, ingesneden, getand en bezet met stekels.  Blad is aan de onderzijde (iets) spinnenwebachtig, viltig behaard.

Bloeit van juli tot september, uitsluitend roodpaarse buisbloemen.  De bloemhoofdjes zitten aan de top van de stengel met 3 tot 5 bij elkaar.  Eivormig omwindsel met stekels.

Glanzende zaden met vruchtpluis. 

Inhoudsstoffen: flavonoiden, coumarine, isoquinolinalkaloïde (crispine), beta-sitosterol enz.

Familie: composieten of Asteraceae.  Distels zijn stekelige planten die behoren tot het geslacht Carduus, met stekelige bladeren, bloemenhoofjes (meestal rood tot paars) en puntige omwindselbladeren. 

De kruldistel is een twee -of meerjarige plant (eerste jaar een rozet), te vinden op voedselrijke braakliggende terreinen, ruigten.  Komt al duizenden jaren in onze contreien  voor.

Eetbaarheid

Lijkt op eerste zicht niet eetbaar, maar schijn bedriegt.  Malse bladeren en jonge stengels  zijn in het voorjaar eetbaar mits het verwijderen van de stekels (dit kan je best doen met een schaar). Je kan ze rauw eten of als als groente bereiden. De smaak doet aan witte kool denken.

De zaden bevatten een goede olie (uitpersen)

In de herfst en de winter van het eerste levensjaar  kan je de zachte wortel als heerlijke groente bereiden: rauw of als bakgroente.  Je kan de wortel ook vermalen tot meel.

Volksgeneeskunde

Weinig medicinaal gebruik gekend in Europa.  In de traditionele Chinese geneeskunde werd de wortel gebruikt als kalmerend en pijnstillend middel

Bepaalde inhoudsstoffen waaronder crispine B zouden anti-kanker eigenschappen hebben, maar hierover is weinig info terug te vinden. 

In tegenstelling tot de mensen zijn sommige dieren (vogels, insecten) vaak verzot op distels.  De distelvink dankt zijn naam aan de distels en de rups van de distelvlinder voedt zich met distelbladeren, eens volwassen staat de nectar van de bloemen op de menu.

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Weinig tot geen info terug te vinden over gebruik in onze plantengeneeskunde.  

Bijkomende weetjes

Een woordje Latijn: Carduus betekent distel.  Distel is een oude term en stond vroeger voor ‘prikkel’. Crispus betekent gekroesd.

Previous
Previous

Kruipend zenegroen (Ajuga reptans L.)

Next
Next

(Wilde) Lijsterbes (Sorbus aucuparia L.)