Klein hoefblad – (Tussilago farfara L.)

Relevante planteninfo

Klein hoefblad wordt ongeveer 30 centimeter hoog en kent gele bloemen. Het is één van de eerste voorjaarsbloeiers. Hij groeit graag in bermen en hellingen en soms tussen het gras. Je ziet het ook veel op net omgewoelde stukken grond. Het is een pioniersplant. Van oorsprong groeit dit plantje alleen in Europa en delen van Azië. In Noord- en Zuid-Amerika is klein hoefblad succesvol geïntroduceerd. Klein hoefblad is een plant die wordt ingezet in de fytotherapie, de door modern onderzoek ondersteunde vorm van kruidengeneeskunde.

Inhoudsstoffen: slijmstoffen, taninnen, bitterstoffen, etherische olie,      pyrrolizidine-alkaloïden, senkirkine, senecionine, tussilagine, isotussilagine, triterpene, mineralen, flavonoïden, carotenoïden en zink.

Familie: Composieten

Eetbaarheid

De jonge bladeren en bloemen van klein hoefblad zijn eetbaar. Je kunt ze gebruiken in soepen, salades en als bijgroente. De smaak van de bladeren is enigszins bitter maar de bitterheid verdwijnt na het koken. Als gedroogd poeder kan het blad dienen als toevoegsel in een kruidenzout. De gedroogde bladeren worden ook verpulverd en als zoutvervanging gebruikt. De wortel van klein hoefblad kan versuikerd worden door het lange tijd in siroop te bewaren, zo krijg je een natuurlijk snoepje. De gedroogde bladeren en bloemen zijn een uitstekend kruid om thee van te zetten dat een beetje naar drop smaakt

Volksgeneeskunde

In de volksgeneeskunde is klein hoefblad een middel bij urinewegontstekingen, koorts, vermoeidheid. Het wordt eveneens als krampwerend middel ingezet. In Oostenrijk wordt dit geneesplantje traditioneel ingezet bij luchtwegen- en huidaandoeningen, bewegingsstoornissen, virale infecties, griep, verkoudheid, koorts, reuma en jicht. Uitwendig is deze plant in de volksgeneeskunde van toepassing als wondkruid op abcessen en zweren. Omdat klein hoefblad in de volksgeneeskunde lang werd gebruikt, is deze plant wetenschappelijk onderzocht op medicinale werkingen.

Gebruik in huidige planten-geneeskunde

Van klein hoefblad wordt voor fytotherapeutische doeleinden vooral het blad en minder vaak de bloemen gebruikt. Hierin zitten de volgende belangrijke werkzame inhoudsstoffen: slijmstoffen, taninnen, bitterstoffen, etherische olie,      pyrrolizidine-alkaloïden, senkirkine, senecionine, tussilagine, isotussilagine, triterpene, mineralen, flavonoïden, carotenoïden en zink.

Voor welke indicaties wordt dit kruid gebruikt? Klein hoefblad beschikt over slijmstoffen. Deze stoffen hebben een verzachtende werking op slijmvliezen. In het geval van klein hoefblad werken de slijmstoffen als expectorans; overdadig aanwezige en taaie slijmen worden makkelijker los gehoest. Ze maken vervolgens plaats voor minder visceuze slijmstoffen. Hierdoor werkt het hoeststillend. Daarnaast hebben de polysachariden een ontstekingswerende werking. Daar de plant adstringerende of samentrekkende kwaliteiten heeft, kan het ingezet worden bij slijmvliesontstekingen in mond en keel.

Ze zijn bovendien weerstandsverhogend en werken krampopheffend. Deze waslijst aan medicinale werkzaamheden is voor fytotherapeuten aanleiding klein hoefblad voor te schrijven bij de volgende indicaties : 

·        Bronchitis of luchtwegenontsteking,

·        Spastische bronchitis of bronchitis met hoest,

·        Droge prikkelhoest,

·        Spastische hoest,

·        Tracheïtis of luchtpijpontsteking,

·        Laryngitis of strottenhoofdontsteking met heesheid,

·        Kinkhoest,

·        Astma

Welke onderdelen van de plant worden op welke manier gebruikt? Er zijn een aantal manieren om deze geneesplant te gebruiken:

  • het kruid

  • thee of infuus:

  • Opgelet: deze plant bevat pyrrollizidine-alkaloïden (zie contra-indicaties)

Zijn er contra-indicaties bekend bij het gebruik van dit kruid? Omdat vooral de bloem pyrrollizidine-alkaloïden bevat, wordt fytotherapeutische gebruik van de bloem afgeraden. Pyrrollizidine-alkaloïden zijn in bepaalde hoeveelheden schadelijk voor de lever. Sommige onderzoeken, enkel gedaan  op dieren, zouden aantonen dat langdurig overdadig gebruik tot kanker kan leiden.  Maar zeker niet te gebruiken bij leveraandoeningen zoals bijvoorbeeld zwakke leverwerking, leverontsteking, levercirrose enz.   Ook zwangerschap en het zorgen zijn contra-indicaties.

Bijkomende info/weetjes

In het Latijn  wordt klein hoefblad Tussilago farfara genoemd. Tussilago is een samenstelling van tussis wat ´hoesten´ betekent en agere, wat Latijn is voor verdrijven. Het plantje kreeg deze naam omdat het de hoest verdrijft. Farfara betekent ´hoef van het veulen´. De Nederlandse naam is hier een vertaling van. Het blad heeft de vorm van een klein hoefijzer, oftewel, de hoef van een paard.

Klein hoefblad verboden

Een zwangere vrouw dronk dagelijks thee van klein hoefblad. Haar kind is overleden aan een leverziekte. Dat kwam door de pyrrolizidine-alkaloïden. Duitsland en Oostenrijk besloten direct na dit voorval om het gebruik van de plant te verbieden. Daarna is er een variant van klein hoefblad gekweekt waarin de pyrrolizidine-alkaloïden niet meer zitten, deze kan gewoon veilig worden genomen.

Buiten dit jonge kind zijn er verder geen meldingen van dodelijke leveraandoeningen.

Previous
Previous

Kleine Aster (Aster tradescantii L.)

Next
Next

Kleefkruid (Galium aparine L.)