Gewone spurrie (Spergula arvensis L.)
Relevante planteninfo
1-jarig, ietwat kleverig plantje dat na 12 weken al in het zaad staat.
Voorkomen: houdt van zandige, zure en zonnige plaatsen.
Bloeit van juni-augustus
De witte bloemetjes staan in eindstandige bijschermen die maar een bloeitijd van enkele uren hebben. Na de bloeitijd zijn de bloemetjes naar beneden gericht vanuit de stengel. Merkwaardig als deze een doosvruchtje heeft gevormd staan deze terug naar boven gericht als voor de aanvang van de bloei.
De hele plant bevat haren die beklierd zijn die je kan zien met een loepje = is een haartje met een bolletje aan het uiteinde, waardoor de plant kleverig aanvoelt.
De blaadjes zijn in tegenstelling tot de heidespurrie lijnvormig die van onderen WEL van een groefje voorzien zijn. Ze staan in bundeltjes van 2 zodat het lijkt of het kransen vormt.
Inhoudsstoffen: blad en zaad bevatten o.a saponinen.
Familie: behoort tot de anjerfamilie of Caryophyllaceae.
Eetbaarheid
Prehistorisch als voedsel gebruikt. Zaad werd gedroogd, vermalen tot meel waaraan men bloem bijvoegde en bakte tot brood. Olierijke zaden werden i.g.v. hongersnood gebruikt als voedsel.
Volksgeneeskunde
Volgens oudere gebruiken voor druppelplas en koude plas. Gebruikt als diureticum
Ook om het week maken van likdoorns.
Gebruik in huidige planten-geneeskunde
Blad en zaad bevatten saponinen, verder geen relevante info in de huidige fytotherapie
Bijkomende weetjes
Vroeger werd de variant “Sativa” als veevoeder gekweekt waardoor de koeien meer en vettere melk aanmaakten. Hiervan werd dan de zogenaamde spurrieboter gemaakt.
Zaad was voer voor vogels en pluimvee.
Ook als tussengewas gebruikt na de oogst van rogge en als groenbemester totdat het kunstmest en veevoer werd ingevoerd.
Wordt of werd ook gebruikt om verstuiving tegen te gaan bij het inzaaien van grassen.